Nov
30
Winterbanden bestaan deels uit in rubber gegoten hightech, voor het andere deel bestaan ze uit marketing. En dat laatste leidt bij vrieskou zeker niet tot een kortere remweg. ‘Winterbanden zijn niet echt noodzakelijk in Nederland’. Door: Theo Stielstra
Fabrikanten van winterbanden moeten jaloers zijn op Davitamon, de fabrikant van vitaminepilletjes. Dankzij jarenlange reclame is er bij een groot deel van de bevolking ingehamerd om Davitamon in te nemen zodra de R in de maand zit. Bandenmakers zouden dat ook graag willen voor hun product. Winterbanden, stellen ze, vergroten de veiligheid onder winterse omstandigheden. Maar: wat zijn winterse omstandigheden? Kou? Regen? IJzel? Veel consumenten in Nederland twijfelen. Weliswaar neemt jaarlijks het aantal auto’s met winterbanden toe, maar de meerderheid van de automobilisten is het de investering kennelijk niet waard.
Fabrikanten van winterbanden moeten jaloers zijn op Davitamon, de fabrikant van vitaminepilletjes. Dankzij jarenlange reclame is er bij een groot deel van de bevolking ingehamerd om Davitamon in te nemen zodra de R in de maand zit. Bandenmakers zouden dat ook graag willen voor hun product. Winterbanden, stellen ze, vergroten de veiligheid onder winterse omstandigheden. Maar: wat zijn winterse omstandigheden? Kou? Regen? IJzel? Veel consumenten in Nederland twijfelen. Weliswaar neemt jaarlijks het aantal auto’s met winterbanden toe, maar de meerderheid van de automobilisten is het de investering kennelijk niet waard.
In België en Luxemburg zijn twee keer zo veel automobilisten bereid jaarlijks de banden te laten verwisselen als in Nederland, waar gebrek aan sneeuw en heuvels veel autobezitters doet afhaken. Ook de relatief warme winters van de laatste jaren doen de omzet geen goed. Zo rapporteerde fabrikant Amtel-Vredestein onlangs dat de marge van de onderneming onder druk staat door de veel lagere verkoop van winterbanden.
Ook bij consumentenorganisaties zijn er twijfels over de noodzaak om jaarlijks op winterbanden over te schakelen. De Consumentenbond, die onlangs in Europees verband winterbanden testte, noemt ze in Nederland ‘niet echt noodzakelijk’. ‘Zeker niet als u de auto kunt laten staan bij sneeuw, of uw rijgedrag aanpast op een natte weg en bij lage temperaturen.’
Fabrikanten moeten het daarom hebben van veelrijders en wintersporters. Veel geld wordt daarom gestoken in marketing. Vroeger, toen autorijden nog ploeteren was en een rit naar de wintersport een hele onderneming, heette winterbanden nog sneeuwbanden. Dat is inmiddels uit marketingoverwegingen geschrapt; zo vaak sneeuwt het niet.
Er zit meer marketing in winterbanden. Zo presenteerde bandenfabrikant Michelin dit najaar op het testcircuit van de Adac, de Duitse wegenwacht, een nieuwe reeks banden met ‘Helio Compound’; een relatief zacht rubbermengsel dat zonnebloemolie bevat. Benelux-accountmanager Jasper Eekmans zei zich te kunnen voorstellen dat synthetische olie dezelfde eigenschappen biedt, maar dat uit marketingoverwegingen was gekozen voor zonnebloemolie. ‘Dat klinkt goed, het ondersteunt onze doelstellingen op het gebied van milieuverantwoord ondernemen.’
Banden zijn een low interest-artikel voor de meeste autobezitters. Daarom proberen fabrikanten de boodschap zo eenvoudig mogelijk te houden: zodra de R in de maand komt – september uitgezonderd – moeten automobilisten gaan nadenken over winterbanden. Ze moeten zich realiseren dat zodra de temperatuur onder de 7 graden Celsius daalt, ‘enkel winterbanden een optimaal weggedrag bieden op een nat, besneeuwd of beijzeld wegdek’. ‘Het is een ijzeren wet’, stelt Michelin onomwonden.
Of die grens echt zo strikt is, lijkt de vraag. De theorie achter de grenswaarde is dat het rubber bij lage temperaturen harder wordt. Hierdoor neemt de grip op het wegdek af en wordt de remweg langer. Winterbanden worden gemaakt van een zachtere rubbermelange en bieden onder koude omstandigheden een betere grip.
Uit het weinige onafhankelijke onderzoek dat beschikbaar is, komen heel andere bevindingen. Zo hield het Duitse weekblad Autobild vorig jaar een grootscheepse bandentest waarin een zomerband met diverse merken winterbanden werd vergeleken. Hieruit bleek dat zomerbanden op zowel droog als nat wegdek, bij temperaturen rond het vriespunt en soms zelfs daaronder, superieur presteren ten opzichte van alle merken winterbanden. Zodra de auto’s echter op een besneeuwd wegdek werden getest, worden de gewone zomerbanden weggespeeld door de winterbanden.
‘We ontdekten’, schrijven de onderzoekers, ‘dat op een nat wegdek temperaturen rond het vriespunt pas tot een omslag leidden. Op een droog wegdek presteert de zomerband zelfs onder nul, beter dan het winterrubber.’
Uit de resultaten van de remproef komt naar voren dat de remweg van een winterband alleen bij sneeuw beduidend korter is. De beste winterband in de sneeuw geeft een auto bij 50 km/u een remweg van 23,4 meter, de slechtst presterende winterband staat stil op 25,9 meter en een auto op zomerbanden heeft bijna 46 meter nodig om te stoppen. Op nat wegdek en op droge wegen zijn zomerbanden in bochten en bij remmen superieur.
Dit wordt veroorzaakt door het grovere profiel van winterbanden. De ruimte tussen de lamellen op de winterband is groter, om een betere afvoer van sneeuw en smeltwater mogelijk te maken. Dit leidt tot minder rubbercontact op het wegdek en dus tot minder grip.
Bij een proefrit op het Adac-testcircuit vallen bij 13 graden Celsius op een vochtige weg de verschillen tussen winter- en zomerbanden nauwelijks op.
De grootste verschillen doen zich pas voor op met epoxy geprepareerde weggedeelten die een besneeuwd oppervlakte moeten simuleren. Een uitwijkmanoeuvre op een ‘besneeuwde’ helling omlaag is met gewone banden nauwelijks mogelijk. De testauto, een zware, vierwielaangedreven SUV, glijdt op zomerbanden onderaan de heuvel weg in de bocht. Met winterbanden heeft dezelfde actie een veel beter effect. De banden knerpen luidruchtig onder de interne wrijving van de speciaal gevormde, driedimensionale rubber lamellen, maar de auto blijft bij gelijke snelheid wel in het spoor.
Ook een lange, gladde bocht is op zomerbanden met een matige snelheid van 40 km/u en geconcentreerde stuurbewegingen nog af te ronden, maar het voelt glibberig. Met winterbanden is dezelfde figuur beter uit te voeren. Toch komt er ook een eind aan de stroefheid van de winterbanden; bij snelheden boven de 60 km/u schuift ook hier de auto over de banden richting vangrail.
Opmerkelijk is dat de rol van ESP, de elektronische stabiliteitsbewaker die in steeds meer auto’s voorkomt, aanzienlijk is. Bij uitwijkmanoeuvres op sneeuw lijkt ESP van grotere invloed dan het verschil tussen zomer- en winterbanden. Ook winterbanden presteren bij uitgeschakelde ESP aanzienlijk slechter op sneeuw dan met deze antislipregeling in werking
Het is niet voor niets dat de huidige winterbanden ooit sneeuwbanden werden genoemd.
Bron: De Volkskrant
Ook bij consumentenorganisaties zijn er twijfels over de noodzaak om jaarlijks op winterbanden over te schakelen. De Consumentenbond, die onlangs in Europees verband winterbanden testte, noemt ze in Nederland ‘niet echt noodzakelijk’. ‘Zeker niet als u de auto kunt laten staan bij sneeuw, of uw rijgedrag aanpast op een natte weg en bij lage temperaturen.’
Fabrikanten moeten het daarom hebben van veelrijders en wintersporters. Veel geld wordt daarom gestoken in marketing. Vroeger, toen autorijden nog ploeteren was en een rit naar de wintersport een hele onderneming, heette winterbanden nog sneeuwbanden. Dat is inmiddels uit marketingoverwegingen geschrapt; zo vaak sneeuwt het niet.
Er zit meer marketing in winterbanden. Zo presenteerde bandenfabrikant Michelin dit najaar op het testcircuit van de Adac, de Duitse wegenwacht, een nieuwe reeks banden met ‘Helio Compound’; een relatief zacht rubbermengsel dat zonnebloemolie bevat. Benelux-accountmanager Jasper Eekmans zei zich te kunnen voorstellen dat synthetische olie dezelfde eigenschappen biedt, maar dat uit marketingoverwegingen was gekozen voor zonnebloemolie. ‘Dat klinkt goed, het ondersteunt onze doelstellingen op het gebied van milieuverantwoord ondernemen.’
Banden zijn een low interest-artikel voor de meeste autobezitters. Daarom proberen fabrikanten de boodschap zo eenvoudig mogelijk te houden: zodra de R in de maand komt – september uitgezonderd – moeten automobilisten gaan nadenken over winterbanden. Ze moeten zich realiseren dat zodra de temperatuur onder de 7 graden Celsius daalt, ‘enkel winterbanden een optimaal weggedrag bieden op een nat, besneeuwd of beijzeld wegdek’. ‘Het is een ijzeren wet’, stelt Michelin onomwonden.
Of die grens echt zo strikt is, lijkt de vraag. De theorie achter de grenswaarde is dat het rubber bij lage temperaturen harder wordt. Hierdoor neemt de grip op het wegdek af en wordt de remweg langer. Winterbanden worden gemaakt van een zachtere rubbermelange en bieden onder koude omstandigheden een betere grip.
Uit het weinige onafhankelijke onderzoek dat beschikbaar is, komen heel andere bevindingen. Zo hield het Duitse weekblad Autobild vorig jaar een grootscheepse bandentest waarin een zomerband met diverse merken winterbanden werd vergeleken. Hieruit bleek dat zomerbanden op zowel droog als nat wegdek, bij temperaturen rond het vriespunt en soms zelfs daaronder, superieur presteren ten opzichte van alle merken winterbanden. Zodra de auto’s echter op een besneeuwd wegdek werden getest, worden de gewone zomerbanden weggespeeld door de winterbanden.
‘We ontdekten’, schrijven de onderzoekers, ‘dat op een nat wegdek temperaturen rond het vriespunt pas tot een omslag leidden. Op een droog wegdek presteert de zomerband zelfs onder nul, beter dan het winterrubber.’
Uit de resultaten van de remproef komt naar voren dat de remweg van een winterband alleen bij sneeuw beduidend korter is. De beste winterband in de sneeuw geeft een auto bij 50 km/u een remweg van 23,4 meter, de slechtst presterende winterband staat stil op 25,9 meter en een auto op zomerbanden heeft bijna 46 meter nodig om te stoppen. Op nat wegdek en op droge wegen zijn zomerbanden in bochten en bij remmen superieur.
Dit wordt veroorzaakt door het grovere profiel van winterbanden. De ruimte tussen de lamellen op de winterband is groter, om een betere afvoer van sneeuw en smeltwater mogelijk te maken. Dit leidt tot minder rubbercontact op het wegdek en dus tot minder grip.
Bij een proefrit op het Adac-testcircuit vallen bij 13 graden Celsius op een vochtige weg de verschillen tussen winter- en zomerbanden nauwelijks op.
De grootste verschillen doen zich pas voor op met epoxy geprepareerde weggedeelten die een besneeuwd oppervlakte moeten simuleren. Een uitwijkmanoeuvre op een ‘besneeuwde’ helling omlaag is met gewone banden nauwelijks mogelijk. De testauto, een zware, vierwielaangedreven SUV, glijdt op zomerbanden onderaan de heuvel weg in de bocht. Met winterbanden heeft dezelfde actie een veel beter effect. De banden knerpen luidruchtig onder de interne wrijving van de speciaal gevormde, driedimensionale rubber lamellen, maar de auto blijft bij gelijke snelheid wel in het spoor.
Ook een lange, gladde bocht is op zomerbanden met een matige snelheid van 40 km/u en geconcentreerde stuurbewegingen nog af te ronden, maar het voelt glibberig. Met winterbanden is dezelfde figuur beter uit te voeren. Toch komt er ook een eind aan de stroefheid van de winterbanden; bij snelheden boven de 60 km/u schuift ook hier de auto over de banden richting vangrail.
Opmerkelijk is dat de rol van ESP, de elektronische stabiliteitsbewaker die in steeds meer auto’s voorkomt, aanzienlijk is. Bij uitwijkmanoeuvres op sneeuw lijkt ESP van grotere invloed dan het verschil tussen zomer- en winterbanden. Ook winterbanden presteren bij uitgeschakelde ESP aanzienlijk slechter op sneeuw dan met deze antislipregeling in werking
Het is niet voor niets dat de huidige winterbanden ooit sneeuwbanden werden genoemd.
Bron: De Volkskrant
0 Trackbacks